De komende tijd zal ik me voor mijn blogs laten inspireren door de HB-cirkel van ontwikkeling (zie onder).
Op (on)regelmatige basis schrijf ik iets over een onderdeel van dit model.
Daarbij uitgaande van wat ik zoal tegenkom, inclusief mijn persoonlijke ervaringen.
Voor de snelle intuïtieve denkers onder mijn lezers: misschien herken je er iets in en wie weet ontdek je mogelijkheden waar je wat mee kunt.
Als aftrap heb ik gekozen voor het thema uitstelgedrag.
Vandaag iets over het moment waar elke dag mee begint: het wakker worden en vervolgens opstarten van de dag. Als eerste komt het uit bed stappen. Zelf ben ik nogal geneigd om dan meteen al met uitstellen te beginnen. Wat wel weer een compliment waard is, want dat stel ik dan weer niet uit, ik begin gewoon met uitstellen.
Maar ook weer niet elke dag. Als ik naar een afspraak moet, de trein moet halen of om een andere reden geen tijd heb om te treuzelen, lukt het gewoon wel om me te houden aan de tijd die ik de vorige avond gepland had.
Dus vroeg ik me maar eens wat concreter af wat me dan op die andere dagen in bed houdt?
Behalve natuurlijk dat het gewoon lekker warm is en mijn lichaam liever nog even wil liggen.
Er zijn echter meer redenen te bedenken. Zoals er voor alle uitstelgedrag verschillende aanleidingen kunnen zijn. In het hierboven genoemde ochtendmoment heeft het bijvoorbeeld te maken met de neiging om zodra ik wakker ben meteen te gaan nadenken over wat er vandaag op mijn afvinklijstje staat. En ook met hoe lang dat lijstje is, daarover een andere keer.
Wát er op het lijstje staat heeft om meerdere redenen invloed. Zijn het dingen die ik leuk vind om te doen? Staan er zaken tussen waarvan ik denk dat ik ze eigenlijk niet kan? Is er iets waarbij samengewerkt kan worden met iemand die inspirerend voor me is? Liggen er nog klussen waarbij ik door de bomen het bos niet zie?
Allemaal belangrijke vragen en de antwoorden hebben zeker invloed. Maar wat nog het meeste lijkt te helpen?
Als het lukt…
Helemaal niet denken aan dat lijstje, me niet op de nek laten springen door die innerlijke slavendrijver. Want als ik een slavendrijver hoor, heb ik direct ook de reflex om vooral niet te doen wat me wordt opgedragen.
In plaats daarvan concentreren op mijn lichaamsbewustzijn en simpelweg ervaren hoe het is om op te staan. Zonder ergens een oordeel over te hebben. Koud, pijntje hier of daar, nog donker buiten of juist te fel zonlicht. Waarnemen, geen oordeel.
En geloof me of niet, dan wordt opstaan een minder grote drempel om overheen te komen.
Herkenbaar thema?
Voor de volgende keer ga ik maar eens sudderen over de taalkundige gedachte dat uitstellen een werkwoord is.

Arja Roozemond
april 2025