Het woord faalangst wordt in de HB-cirkel van ontwikkeling niet expliciet genoemd.
Toch zijn er allerlei redenen waarom snelle intuïtieve denkers wel degelijk de kans lopen, faalangst te ontwikkelen. Veel van mijn hoogbegaafde volgers herkennen dat waarschijnlijk wel.
Vandaag deel ik in dit kader graag een persoonlijk verhaal.
Vroeger was het gebruikelijk om 6-jarige kinderen van binnenvaartschippers een ‘leermap’ te geven, waarin ze alvast zelf wat konden grasduinen. Daarnaast bestond het zogenaamde ligplaatsonderwijs. Je ging met die map onder je arm naar een school waar je schip was aangemeerd en werd daar begeleid in het leerproces.
Rond mijn 6e verjaardag had ik al minstens een jaar aan het hoofd van mijn ouders gezeurd dat ik wilde leren lezen, dus die map kwam voor mij zo ongeveer uit de hemel vallen.
In een paar maanden verslond ik alles over letters en lezen. Ik was daar heel gelukkig mee en werd door de volwassenen in mijn omgeving luidkeels geprezen. Zonder dat ze me hadden hoeven helpen, wat knap!
Maar toen het bijna zomervakantie was, werd het tijd om een kennis van mijn moeder te raadplegen in het dorp waar zij vandaan kwam. Leerkracht op een basisschool, zij kon mijn vorderingen goed beoordelen en advies geven voor na de zomervakantie, als ik naar het internaat zou gaan. Conclusie: klaar voor de 2e klas (nu groep 4), op wat rekenvaardigheden na. Ik kreeg huiswerk, want ik liep 4 weken achter op andere kinderen in de 1e klas.
Nou, toen waren de rapen gaar!
Ik herinner me nog hoe ik wanhopig krijsend volhield dat ik dit niet kon, dat ik het nooit ging leren en dat ik het trouwens ook niet van plan was. Mijn ouders, eraan gewend dat ik altijd alles zelf deed, waren verbijsterd.
Tja, ik had toen misschien al een fixed mindset ontwikkeld?
Na langdurig aandringen door mijn ouders en mijn even langdurige vasthoudende weigering, besloot een oom om naast mij te komen zitten en er samen naar te kijken. Toen duurde het niet lang of ik snapte het en maakte de sommen zonder al te veel moeite. Hoewel nog steeds met frisse tegenzin, want ik vond lezen veel leuker.
Waarom werkte dat nu opeens wel? Kennelijk had ik toch, ondanks mijn vaak herhaalde mantra ‘zelf doen!’, behoefte aan de hulp van die oom, die samen met mij keek naar waar ik dacht vast te lopen.
Dat had te maken met een van de sociaal-emotionele basisbehoeften: het verlangen naar iemand die je even bij de hand neemt of tenminste een stukje met je meeloopt (Maggie Brown, University of Auckland, tijdens een masterclass over coachen van hoogbegaafde volwassenen).
Zodra daaraan voldaan was, voelde ik me veilig genoeg om te experimenteren met iets onbekends en was mijn angst om het niet te kunnen cq te falen, verdwenen.
Arja Roozemond
November 2025
Faalangst en de kunst van het toch durven – deel 2
In mijn vorige blog over dit onderwerp, lag de nadruk op het belang van iemand die je ondersteunt als je bang bent dat je iets niet kan. Er kwamen reacties en tips binnen. Een tip uit een persoonlijke ervaring was bijvoorbeeld om gewoon maar ergens te beginnen. Wat...

